You may have to Search all our reviewed books and magazines, click the sign up button below to create a free account.
Engineering Reality offers unprecedented insights into the power of environmental impact assessments in engineering a reality favourable to any investment, focusing on the highly contested environmental study of a large hydroelectric dam project in southern Colombia, El Quimbo. The inclusion of environmental impact assessments to project proposals of environmental influence has been an undeniably important step to environmental governance in many countries around the world. Regarding the science behind these studies as objective and their results as the closest in representing reality, however, is misleading. Many activists and scholars made it their mission to uncover the limitations and wo...
"In the pursuit of socialism, Cuba became Latin America's most oil dependent economy. When the Soviet Union collapsed, the country lost 86 percent of its crude oil supplies, resulting in a severe energy crisis. In the face of this shock, Cuba started to develop a low-carbon economy on the basis of economic and social reform rather than high-tech innovation. The Low Carbon Contradiction examines this period of rapid low-carbon energy transition, which many have described as a "Cuban miracle" or even a real-life case of successful "degrowth". Based on original research inside households and workplaces, universities and government offices, Gustav Cederlöf retells the history of the Cuban Revolution as one of profound environmental and infrastructural change. In doing so, he opens up new questions about energy transitions, their politics, and the conditions of a socially just low-carbon future. The Cuban experience shows how a society can transform itself while rapidly cutting carbon emissions in the search for sustainability"--
None
Introduction -- CONFIGURATIONS OF STEREOTYPES AND IDENTITIES: NEW METHODOLOGIES. Daniela Berghahn: My big fat Turkish wedding: from culture clash to romcom -- David Gramling: The oblivion of influence: mythical realism in Feo Alada's When we leave -- Marco Abel: The minor cinema of Thomas Arslan: a prolegomenon -- MULTIPLE SCREENS AND PLATFORMS: FROM DOCUMENTARY AND TELEVISION TO INSTALLATION ART. Angelica Fenner: Roots and routes of the diasporic documentarian: a psychogeography of Fatih Akin's We forgot to go back -- Ingeborg Majer-O'Sickey: Gendered kicks: Buket Alakus's and Aysun Bademsoy's soccer films -- Nilgan Bayraktar: Location and mobility in Kutlu Ataman's site-specific video inst...
Since its inception, the field of political ecology has served as a critical hub for inclusive and transformative environmental inquiry. Doing Political Ecology offers a distinctive entry point into this ever-growing field and argues that our scholarly “foundations,” today more than ever, comprise a cross-cutting latticework of research approaches and concepts. This volume brings together 28 leading scholars from a range of backgrounds and geographies, with contributions organized into 18 analytical lenses that highlight different approaches to critical environmental research and “ways of seeing” nature-society interactions. The book's contributors engage the breadth and depth of the...
De molen Rijn en Lek aan de Dijkstraat te Wijk bij Duurstede is een uniek exemplaar: het is de enige Nederlandse molen die op een middeleeuwse stadspoort is gebouwd. Dit fraai geïllustreerde boek beschrijft de geschiedenis van de korenmolen, die tot op de dag van vandaag in bedrijf is gebleven. Daarbij gaat het niet alleen over de bouw, de Leuterpoort, wieken, maalstenen en meel. Ook de mensen die verbonden zijn geweest aan Rijn en Lek, met name de eigenaars en molenaars, komen ruimschoots aan bod. Dit alles tegen de achtergrond van het kleinsteedse leven in Wijk bij Duurstede. Vanwege haar fraaie gestalte en mooie ligging heeft de molen tal van kunstenaars geïnspireerd. Het beroemde schilderij van Jacob van Ruisdael is overigens niet van de molen Rijn en Lek. Hoe deze misvatting is ontstaan, wordt in dit boek uitvoerig uit de doeken gedaan.
De achttiende-eeuwse Nederlandse vrouw diende haar levensvervulling te vinden in de verzorging van echtgenoot en kinderen. Althans, zo schreef de norm het voor. In haar vrije momenten mocht zij zich hooguit inlaten met wat liefhebberij met de pen, het penseel of de microscoop, maar zij moest wel bescheiden blijven over haar prestaties. Juliana Cornelia de Lannoy zette zich bewust af tegen dit verwachtingspatroon. Op haar vijfentwintigste koos zij voor een schrijversbestaan en stak niet onder stoelen of banken dat zij, net als haar mannelijke collega's, de 'onsterfelijke eer' wilde bereiken. De Lannoy onttrekt zich niet alleen op persoonlijk vlak aan het keurslijf dat vrouwen in de achttiende eeuw kregen aangemeten. Via haar geschriften brengt zij bovendien de vrouwenzaak expliciet onder de aandacht. Zij uit kritiek op de vooroordelen van haar tijdgenoten die de intellectuele capaciteiten van vrouwen negeren en op de sociale conventies die haar een beperkte sociale rol toebedelen.