You may have to Search all our reviewed books and magazines, click the sign up button below to create a free account.
This book offers a detailed and innovative study of the Dutch case of politics of citizenship and nationalism by focusing on public and political controversies in the crucial period of 1973–2015. By foregrounding the crucial role of performance and narration in public and political debates, this book shows how discourses of citizenship and nationhood are deeply shaped by established repertoires and long-lasting lines of disagreement about difference and belonging in the Netherlands. While change did occur within the Dutch context during this period, this book reveals that these transformations were not primarily driven by purportedly permissive and accommodating responses to immigration an...
None
Discussing the UK experience in the 'war on terror', this book critically analyses the discourse of 'war' and ideas of the politics of panic, as well as forensically analyzing the effectiveness of counter-terrorist policies such as intelligence gathering and processing, counter-terrorist finance and public order.
Het is 16 november 1942. Pieter Kapenga (1898-1982), hoofdagent in Kampen, wordt bij zijn korpschef geroepen voor een ‘opdracht die zo onopvallend mogelijk moet worden uitgevoerd’. Het gaat om de deportatie van zijn Joodse stadsgenoten naar Westerbork. Kapenga weigert en komt terecht in Kamp Vught en daarna in Dachau. Kapenga overleeft, maar hij spreekt er nooit meer over. Dit tot verdriet van zijn kleinzoon, de historicus en oud-Trouw-journalist Peter Sierksma. Nu, bijna tachtig jaar later, probeert Sierksma alsnog de religieuze en politieke achtergronden van zijn grootvaders weigering te achterhalen. "Op meeslepende wijze vertelt Peter Sierksma het verhaal van zijn grootvader, die als politieman weigerde om Joodse medeburgers te arresteren. Het laat de lezer kennismaken met de morele dilemma’s waar ambtenaren tijdens de Tweede Wereldoorlog voor stonden." - Hinke Piersma, NIOD
In dit boek vertelt Brian Heffernan het verhaal van de augustijnen in Nederland. Eind negentiende eeuw bestond deze religieuze gemeenschap uit een handvol parochiepriesters. In de twintigste eeuw bleven zij ondanks groei een relatief kleine orde. Vooral hun inzet voor het middelbaar onderwijs gaf de augustijnen echter aanzien in katholiek Nederland. Heffernan bespreekt zowel hun externe werkzaamheden als hun interne gemeenschapsleven. Ook de schaduwkanten van hun optreden komen aan bod. De augustijnen zijn een kleine orde met allure. Zij waren zielzorgers en strijders voor de katholieke zaak, maar voelden zich op grond van hun oude traditie ook kloosterling en eremiet. In de jaren zestig beschouwden zij zich, zoals veel religieuzen, als brengers van vernieuwing, tegenwoordig vooral als dragers van de spiritualiteit van Augustinus. Deze verschuivende en soms botsende zelfbeelden vormen een kapstok voor het verhaal, waarin de voortdurende heruitvinding van de augustijnse identiteit centraal staat.
'Afstammelingen van eilandbewoners zijn we'. Deze zinsnede in een oude brief van haar tante Tonia roept bij de auteur de vraag op of het moeilijke karakter van haar moeder Anny met hun Flakkeese roots te maken heeft. Na vijf jaar speuren in archieven volgens de vrouwelijke afstammingslijn, komt zij tot een mogelijk antwoord. Elk hoofdstuk ontrafelt met veel feiten een stukje van het verleden, waarna meestal een fictief deel volgt over hoe het kan zijn gegaan. Hoofdpersonen zijn haar overgrootmoeder Teuntje en grootmoeder Toos. Het verhaal begint met Teuntjes geboorte in 1851 en eindigt in 1959 als Toos overlijdt. Teuntje en haar familie – arme landarbeiders – wonen in Achthuizen, het eni...
Toen Koos van Zomeren eind 2001 in NRC Handelsblad schreef dat Rekel dood was, kreeg hij een stortvloed van reacties. Of die hond ook populair was! De mensen kenden hem van de televisie en van foto's, maar natuurlijk vooral uit het werk van Koos van Zomeren zelf. In dit boek vormt een chronologische rangschikking van Rekelteksten uit bestaand werk de opmaat tot een gedetailleerde beschrijving van Rekels laatste jaren. Baas en hond, twee partijen in een oeroud verbond, samen op weg naar het einde. In dit proza, beurtelings geestig en aangrijpend, lyrisch en beschouwelijk, zien we Rekel op zijn best - en Koos van Zomeren ook.
De dichter-scheepsarts-wereldreiziger Slauerhoff komt opnieuw tot leven Slauerhoff (1898-1936), de nog steeds veelgelezen dichter en prozaïst, zwierf als scheepsarts over vrijwel alle wereldzeeën. Zijn jeugd in Friesland, de Amsterdamse studententijd, de vele liefdesgeschiedenissen met als hoogtepunt zijn verliefdheid op de danseres Darja Collin, de hartstochtelijke literaire vriendschappen en de onverwachte vetes, de zeereizen, de verwantschap met de Portugese fado-cultuur en de Chinese poëtische filosofie - alles komt aan bod in deze biografie. Wim Hazeu verrichtte zes jaar onderzoek naar het leven van Slauerhoff. Deze biografie is herzien en uitgebreid met anekdotes en nieuwe informatie, zoals citaten uit later ontdekte brieven, verhalen over de grammofoonplaten met fadomuziek die Slauerhoff bezat, een foto van een jonge verpleegster die Slauerhoff als assistente in Tanger wilde hebben, meer foto's van zijn grote liefde Darja Collin en inzicht in zijn financiële verdiensten als scheepsarts en als dichter.