You may have to Search all our reviewed books and magazines, click the sign up button below to create a free account.
Conferentiebundel van de zesentwintigste editie van de Conferentie Het Schoolvak Nederlands die plaats vond op 16 en 17 november 2012. Deze conferentie is een rijk forum voor allen die zich bij de ontwikkelingen van het onderwijs Nederlands in alle mogelijke leeromgevingen betrokken voelen. Alle beschikbare samenvattingen van de workshops ook van de voorbije jaren zijn nu gedigitaliseerd http://taalunieversum.org/onderwijs/ conferentie_het_schoolvak_nederlands/bundels/zoek/
Artikelen over sterk uiteenlopende aspecten van jongeren(sub)culturen.
"Meer dan twintig jaar geleden waarschuwde Geert van Istendael de zuidelijke Nederlanden voor een geheimzinnige "manke usurpator" die zowel de standaardtaal als de dialecten naar het leven stond. Hij doopte de indringer Verkavelingsvlaams. De spotnaam dook snel op in de nieuwsmedia, veroverde de schoolboeken en ging deel uitmaken van onze officiële woordenschat toen Van Dale het begrip van een lemma voorzag. Zelfs taalkundigen adopteerden de term als een stout synoniem voor wat ze doorgaans "tussentaal" noemen. Sindsdien is het Verkavelingsvlaams omstandig betreurd, verketterd en bestreden. Toch heeft niets zijn opmars kunnen stoppen. Vandaag groeien kinderen in de noordelijke provincies van België meer dan ooit op in een taal die geen dialect (meer) is maar ook behoorlijk afwijkt van het Standaardnederlands. Bij alle controverse liep het met onze kennis van de manke usurpator weinig vaart. Waarom spreken zo veel Vlamingen Verkavelingsvlaams? Waar komt die usurpator vandaan?"--Provided by publisher.
Frans Floris de Vriendt radically transformed Netherlandish art. His monumental mythologies introduced a new appreciation for the heroic nude to the Low Countries and his religious art challenged standards of decorum. Born into a family of sculptors and architects, Floris refashioned his art through travel, first studying with the humanist painter Lambert Lombard in Liège and then continuing on to Italy. These experiences defined the hybridizing novelty of his art, forged by juxtaposing antique and modern, Italian and northern sources. This book maps Floris’s hybrid style onto shifting conceptions of cultural, religious, and political identity on the eve of the Dutch Revolt. It explores his collaborations and rivalries, engagement with artistic theory, hierarchical workshop, and revolutionary use of print.