You may have to Search all our reviewed books and magazines, click the sign up button below to create a free account.
The number of secular people has increased substantially over the past several decades, and research on secularism and non-religion has been on the rise these past years. Yet, until today, no publication had examined the evolution of organised freethought and subsequent secular humanism as it emerged in different Western countries in a comparative perspective. In this book, a team of historians brings together the histories of secular humanism in some pioneer countries. They examine how organised freethought evolved in the Netherlands, Belgium, Great Britain and the United States, in the aftermath of World War II. As secular humanist organisations in these countries are some of the cofounders and long-lasting members of Humanists International (formerly International Humanist and Ethical Union), this book reveals how Western humanism developed in different circumstances.
Historians in recent years have paid considerable attention to sport and leisure in the past, and historians of education are no exception. The chapters in this book showcase the breadth and depth of scholarship in this area, bringing new perspectives to bear on the history of physical education in several different European countries. Ranging from schoolgirl cricket in early postwar England to the varying approaches to physical education in the nineteenth-century Netherlands, the contributions all emphasise the importance of physical education to wider conceptions of education for citizenship. A number of chapters tackle issues in gender history, while others focus on the effects – often unintended – of policy-makers and the conflicts that could arise from the imposition of new physical education curricula. Covering England, Scotland, France, Germany, the Netherlands and Greece, this book features the work of both established and emerging scholars, and is an important contribution to the historiography of both education and sport. This book was originally published as a special issue of History of Education.
This book uses transnational history to explain the formation of modern schools in a territory that lacks modern education. The emergence of modern Jewish education in Ottoman Palestine resulted from European actors and networks' infiltration of educational concepts due to several unique elements. One of them was the activity of transnational networks and actors. The other factor is the important place of education in shaping reality in the Jewish and Hebrew discourse. The area of Ottoman Palestine was almost devoid of modern education, so it is possible to examine the ways of transferring educational concepts. Historians can diagnose the starting point and locate the actors’ biographies and journeys. The book discusses and discovers several themes, such as molding five portraits of modern Jewish and Hebrew education graduates and the function of the school as a medical site due to the shortage of public health policy.
In the interwar period potential future military conflict seemed particularly devastating for military and civilian society alike, thanks to developments in chemical, air and armoured warfare. This study analyses how a small state, the Netherlands, approached this conundrum and aimed to survive a future war.
The last five years have been marked by rapid technological and analytical developments in the study of shore processes and in the comprehension of shore deposits and forms, and shoreline change over time. These developments have generated a considerable body of literature in a wide range of professional journals, thus illustrating the cross-disciplinary nature of shore processes and the palaeo-environmental dimension of shore change. The justification of the book lies in bringing together these developments using an objective approach that synthesises current advances, technical progress in the analysis of shores and shore processes, contradictory interpretations, and potential advances usi...
'Excellentie, ik heb een moeilijken brief aan U te schrijven. Ik zit in hoogen nood. Wil U mij helpen?'HetJaarboek Multatuli 2014 opent met deze nog ongepubliceerde brief van Multatuli zelf, met een nawoord van Dik van der Meulen. Verder bijdragen van Philip Vermoortel over de Vlaamse Multatuli-onderzoeker Julius Pée (1871-1951), David Hollanders over de politieke filosofie van Multatuli en Wim Coster met nieuwe feiten in de zaak van de Weduwe Pruimers. Daarnaast enkele rubrieken zoals ‘Multatuli in de media’. In 1978 verscheen het eerste nummer van het tijdschrift Over Multatuli, geheel gewijd aan de eerste moderne Nederlandse schrijver, de veelzijdige Multatuli, psuedoniem van Eduard Douwes Dekker (1820-1887). Met ingang van 2014 is het tijdschrift omgevormd tot een jaarboek. Het wordt uitgegeven door het Multatuli Genootschap, dat zich daarnaast toelegt op het instandhouden en openhouden van het Multatuli Huis.
Multatuli en Willem Frederik Hermans lieten geen gelegenheid voorbijgaan om hun visie op de werkelijkheid uiteen te zetten op een toon alsof zij de wijsheid in pacht hadden. En er zijn meer overeenkomsten. Naar het schijnt herkende Hermans zichzelf zozeer in zijn grote voorganger dat hij vooral zichzelf in de biografie stopte die hij van Multatuli schreef. En die werkwijze is dan ook weer Multatuliaans. Dit themanummer behandelt sporen van Hermans’ fascinatie voor Multatuli in zijn leven en werk. De aanleiding is het verschijnen van deel zeventien van de Volledige Werken van Hermans, dat geheel aan Multatuli is gewijd.
Dit boek opent met een nog niet eerder gepubliceerde brief van de meester zelve, bezorgd door Philip Vermoortel en Ivan Vanlerberghe. Ook zijn er pleidooien voor de Max Havelaar door Herman Pleij en Peter Altena. Verder David Hollanders over het politiek-literaire klimaat dat Multatuli?s optreden bepaalde, Pepijn de Groot met een cultural-memory-onderzoek naar het gebruik van de term Pak van Sjaalman, en een vertaling van het voorwoord van de Russische Max Havelaar door Marien Jacobs. In de reeks schrijvers geïnspireerd door Multatuli schrijft Aukje van Hout over Johan de Meester.
Arbeiders hadden in de negentiende eeuw weinig mogelijkheden om zichzelf intellectueel te ontwikkelen. Ook machinist Bram Lansen (1847-1931) moest hard en lang werken om zijn gezin te onderhouden. Maar hij wilde meer. Hij las veel, bezocht lezingen, zocht intensief naar de betekenis van het leven en filosofeerde over de ideale samenleving. Nadat hij zich had los gemaakt van het protestantse geloof vond hij nieuwe inspiratie in de vrijmetselarij. De ideeën die hij daar opdeed, leidden hem rond 1878 tot het socialisme. Uiteindelijk kwam hij terecht in de vrijdenkersbeweging. Bram Lansen is ook een van de weinig arbeiders van wie geschriften zijn overgeleverd. Zijn visie op de maatschappij en zijn pleidooien voor de bevrijding van de mensheid legde hij vast in vele opstellen en gedichten. Ze vormen de basis voor de biografie van deze zeer opmerkelijke en onafhankelijke arbeider uit de negentiende eeuw.
Multatuli bevond zich in 2017 130 jaar in de hemel. En de trap daarheen was steil, aldus de literaire grootmeester zelf in een van de twee pas gevonden brieven waarmee het Jaarboek Multatuli 2017 opent. Hij zal daarbij behalve aan zichzelf ook gedacht hebben aan de vele lieden die het hem zo moeilijk maakten. Al waren er ook velen die hem hielpen. In dit Jaarboek staan Multatulibemiddelaars van diverse pluimage centraal, zoals de Sardische Max Havelaar-vertaler Antiogu Cappai-Caddedu en M.I. Tubjanski, de Russische vertaler en de Filipijnse schrijver Rizal. Was bezorger van de Max Havelaar Jacob van Lennep nu de gedroomde bemiddelaar of speelde hij vals spel? Wat voor rol speelde uitgever Joost de Ruyter?