You may have to Search all our reviewed books and magazines, click the sign up button below to create a free account.
Midden in de oorlog wordt Ebbe Rost van Tonningen geboren als zoon van bekende NSBers. In april 1945 vlucht zijn moeder met Ebbe en zijn twee broertjes naar Duitsland, om in 1948 weer naar Nederland terug te keren. Zijn vader, Meinoud Rost van Tonningen, komt in juni 1945 na ernstige mishandelingen om het leven in de Scheveningse strafgevangenis. Ebbes moeder zal haar leven lang, tot haar dood in maart 2007, achter de nationaal-socialistische idealen blijven staan en talrijke malen als 'de zwarte weduwe' in de Nederlandse media verschijnen. Hoe groei je op als de opvattingen thuis onverenigbaar zijn met die van de rest van de samenleving? Wat heb je voor leven als je steeds wordt geconfronteerd met de foute naam van je ouders? Na een moeilijke jeugd besluit Ebbe als jongvolwassene zelf op onderzoek uit te gaan naar het verleden van zijn ouders. Het wordt een jarenlange speurtocht, waarin hij tal van bekende Nederlanders en oud-nationaalsocialisten spreekt en tot verrassende ontdekkingen komt. Zijn politieke ambities worden geblokkeerd door zijn familienaam. Maar uiteindelijk weet hij zijn reputatie te vestigen als gedreven maatschappelijk ondernemer.
In Een boer achter een raam, het nieuwe deel van zijn memoires, beschrijft Igor Cornelissen, met groot gevoel voor anekdotiek, de boeiende en zonderlinge figuren die zijn levenspad kruisten. Hij zoekt naar de maîtresse van Colijn, jaagt in Engeland op bijzondere boeken en komt op het spoor van de geheime relatie tussen Renate Rubinstein en Simon Carmiggelt. Zijn reislust brengt hem naar Londen en Parijs en naar Praag en Boedapest, wat prachtige verhalen oplevert. Ondertussen danst hij met een ten dode opgeschreven Jan Vrijman, volgt hij het spoor van Kafka in Mariënbad, bezoekt hij de ouders van Theo van Gogh en schrijft een lijkrede voor een hem onbekende kanariekweker. Door dat alles heen beschrijft hij het tragische lot van Erich Passmann, een Duitse Jood die in 1933 naar Nederland vluchtte en met Cornelissens tante trouwde.
Ongeveer tien procent van de Nederlandse bevolking heeft wel een familielid dat fout is geweest in de Tweede Wereldoorlog. In veel families wordt hierover gezwegen, vooral uit schaamte, maar vaak ook uit verdriet. Vaak gaat dit zwijgen over van generatie op generatie. Op deze grootste zwarte bladzijde uit het verleden van Nederland rust nog steeds een zwaar taboe. En dat terwijl de oorlog al zeventig jaar achter ons ligt en de meeste foute Nederlanders inmiddels zijn overleden. In Scherven vertellen nazaten van foute Nederlanders over hun familieverleden. Over de keuzes van hun ouders. Over het ontkennen of verstoppen van een belangrijk deel van hun familiegeschiedenis. Over de identiteitspr...
Adriaan van Dis gaat geen onderwerp uit de weg in zijn vurige essay De Volkskrant De wonden geslagen door gedwongen verplaatsing, westerse expansiedrift en de verdeel-en-heerspolitiek zijn nog niet geheeld. Europa ligt onder de loep, het door de witte macht gedicteerde wereldbeeld kantelt en de nazaten van de gekoloniseerden verheffen hun stem. Adriaan van Dis – geboren in een Indisch milieu – volgt al jaren het postkoloniale debat in binnen- en buitenland. Een lees- en denkervaring die hem uiteindelijk aanspoorde anders naar deze tijd te kijken. Eén schrijver wees hem al vroeg de weg: Rudy Kousbroek (1929-2010). Een van de origineelste essayisten van ons taalgebied. Niemand schreef met zoveel hartstocht en verontwaardiging over de koloniale erfenis, de Japanse bezetting en de verwerking van het verlies van Nederlands-Indië. In 1992 werden nagenoeg al zijn artikelen over dit onderwerp bijeengebracht in Het Oostindisch kampsyndroom, een belangwekkend boek dat voor veel onrust onder oud-Indiëgangers zorgde. Voor van Dis was het een bevrijdende les in voortschrijdend inzicht, en een inspiratiebron voor De kolonie mept terug.
None
De manier waarop integratie, moslims en minderheden werd besproken en bestuurd veranderde drastisch tussen 1990 en 2005. Maar hoe veranderde het integratiedebat precies, en waarom? En hoe werkten die veranderingen door in het beleid van steden als Amsterdam en Rotterdam? Dit boek gebruikt nieuwe methodes en data om die vragen te beantwoorden. Een analyse van opinieartikelen laat zien dat culturalisten (debatdeelnemers die stellen dat onze 'verlichte', 'liberale', Nederlandse cultuur moet worden beschermd tegen etnische en Islamitische minderheidsculturen) hechtere relaties onderhouden en meer achter hun leiders staan dan hun (talrijke maar gefragmenteerde) tegenstanders. De veranderende machtsverhoudingen in het debat blijken niet één op één door te werken in het lokale beleid. In de periode dat Leefbaar Rotterdam de gemeenteraad domineerde (2002-2006) zijn migrantenorganisaties over de hele linie eerder versterkt dan verzwakt.